JVV 0575
Utrecht, 1825-1850
De twee, veelkleurige rechthoekige tegelplaatjes hebben ingesneden hoeken en zijn beschilderd met een herder en herderin in een landschap. Op het ene plaatje zit de herder tegen een verhoogde richel met twee bomen, zijn staf staat achter hem. Hij converseert met de herderin die voor hem staat en haar staf in haar rechterhand heeft. Beiden dragen een hoofddeksel, op die van haar een veer. Ze zijn omringd door hun schapen, en een springende ree met gewei, met rechts op de achtergrond een boom. Op het andere plaatje dragen de herder en de herderin een mand met daarin bloem. Met zijn linkerhand biedt hij haar een andere bloem aan. Ze worden omringd door hun schapen en een bok, met linksachter een boom. Beide voorstellingen zijn gevat in een blauwe rand met aan de bovenzijde een ophanggat. Op de tegel maakt een herder op elegante manier kennis met een herderin. Hij heeft zijn hoed afgenomen en maakt voor haar een diepe buiging. Ze worden omringd door schapen.
Afmetingen: lengte 15,1 cm, breedte 13,1 cm, dikte 0,8 cm (met hoed)
Afmetingen: lengte 15,2 cm, breedte 13,0 cm, dikte 0,8 cm (met mand)
Afmetingen: lengte 13.2 cm, breedte 13.2 cm, dikte 0.8 cm (tegel)
Toelichting
Herders waren een geliefd thema op tegels en werden al in de tweede helft van de zeventiende eeuw vervaardigd door vrijwel elke tegelbakkerij in de Noordelijke Nederlanden. De productie continueerde tot aan het begin van de twintigste eeuw. Herdertegels uit Utrecht zijn te herkennen aan het typerende boompje links of rechts op de tegels, en ook aan de kleurcombinatie van paars, blauw, groen en geel. Incidenteel werden dergelijke decors ook op iets grotere tegelplaatjes geschilderd en los verkocht.