JVV 0054
Amsterdam, 1770 gedateerd
Tegelbakkerij d’Oude Prins, Anjeliersstraat
Schilder: Adam Sijbel
De grote plaque heeft een gecontourneerde rand en is veelkleurig beschilderd met het bijbelse thema van de aankondiging aan de herders. De schildering is hoofdzakelijk uitgevoerd in paars en blauw, aangevuld met accenten in groen en geel. Op de voorgrond is de tekstvermelding van het bijbelboek Lucàs2:8: aangebracht. De rand is aan de binnenzijde blauw geschilderd en aan de buitenzijde gemarmerd. Het decor is geschilderd naar prent nummer 8 uit de serie Nieuwe Testament naar Toneel ofte Vertooch der Bybelsche Historien van Pieter Schut uit 1659. De schilder Adam Sijbel heeft de afbeelding van de prent aan het beeldformaat aangepast. Zo is de biddende man achter de slapende herder op de prent goed zichtbaar, maar op de plaque is deze weggemoffeld, alleen zijn hoofd en handen zijn nog te zien. De rechtop knielende biddende herder in het midden is een eigen toevoeging: hij ontbreekt op de prent en vervangt de centraal geplaatste hond en geit. De grootste ingreep is gepleegd bij de weergave van de hemelse legermacht. Waar op de prent alleen de sprekende engel zichtbaar is, heeft de schilder op de plaque maar liefst twintig in de wolken zwevende engelen toegevoegd, waardoor er een overdonderend effect wordt bereikt. Aan de achterzijde van de plaque is de naam I: Kok en de datering Ae 1770 geschilderd. Het betreft hier echter niet de naam van de schilder, maar vermoedelijk van de opdrachtgever. Deze plaque is op stilistische gronden aan de Amsterdamse tegelschilder Adam Sijbel toe te schrijven.
Afmetingen: lengte 62 cm, breedte 50 cm
Conditie: gebroken en gerestaureerd.
Vergelijkbare exemplaren
Een Amsterdamse plaque met hetzelfde bijbelse decor en door dezelfde schilder uitgevoerd staat afgebeeld in Lahaussois (p. 278, nr. 332). Dit niet gedateerde exemplaar is kleiner van formaat (58 cm bij 41 cm) en wijkt op enkele punten af: zo is de rand niet gecontourneerd en is de schildering alleen in blauw en paars uitgevoerd. Het belangrijkste verschil echter is de uitvoering van de lucht met de nederdalende engelen, deze is eenvoudiger en niet spectaculair weergegeven.
Toelichting
De tegelbakkerijen in Amsterdam vervaardigden in de achttiende eeuw op beperkte schaal ook vormstukken zoals plaques, dienbladen, onderzetters en speltegels. Daarnaast ook theebussen, tabakspotten, sleetjes, schoenen en dierplastieken zoals koeien en honden. Plaques vormden echter de hoofdmoot van deze incidentele productie en zijn zowel stilistisch als productietechnisch goed te onderscheiden van de Delftse exemplaren. Stilistisch zijn ze meer verwant aan tegels, tegeltableaus en vormstukken uit Amsterdam dan aan Delfts aardewerk. Er zijn ook belangrijke verschillen in productietechnieken. Delftse plaques zijn in gipsen mallen gevormd en gebakken op pennen in kokers. De Amsterdamse plaques zijn niet in kokers gebakken, maar staand op hun zijde op twee kleirolletjes tussen rijen tegels. De achterzijde van de plaques leunde tegen de rijen tegels. Deze wijze van produceren laat andere sporen na op de plaques dan de penmoeten op de Delftse exemplaren en zijn belangrijke kenmerken waarmee Delfts van niet-Delfts wordt onderscheiden. Het gebruik van vormen stelt een Delftse plateelbakkerij in staat om meerdere exemplaren van een vorm te maken, tot wel enkele tientallen of zelfs honderden stuks, afhankelijk van de levensduur van de vorm. De Amsterdamse plaques zijn allemaal met de hand vervaardigd en daarom is er sprake van incidentele productie. Er zijn meerdere namen bekend van schilders die in de Amsterdamse tegelfabrieken hebben gewerkt. Sommige van hun signeerden of monogrammeerden hun werk. Adam Sijbel (1746-1803) was vanaf circa 1764 tot in 1784 werkzaam op de tegelbakkerij d’Oude Prins in de Anjeliersstraat. Hij verhuisde in 1784 naar Makkum om in de gleibakkerij van de familie Kingma te werken die in datzelfde jaar werd opgericht. Het contract met een duur van tien jaar, waarmee hij in de fabriek in Makkum is aangesteld, is bewaard gebleven (Pluis, p. 209, bijlage I). Sijbel heeft meerdere stukken gesigneerd en gemonogrammeerd. Een stel koeien uit de verzameling van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis is van de signatuur ‘A.Sybel’ en de datering 1778 voorzien. Een jaar later, 1779, beschildert hij een tabakspot en signeert deze met ‘Adam Sybel’. Vier voorwerpen zijn A.S. gemonogrammeerd, het betreft een speltegel uit 1764, een stel dienbladen uit 1769, een bijbelse plaque uit 1781 en een ongedateerde muil. Vooral de twee dienbladen uit 1769, een jaar eerder dan deze plaque is geschilderd, zijn van belang. De afgezaagde boomstronk op de voorgrond zien we ook op de dienbladen terug, net als de wijze waarop het gebladerte is geschilderd. De uit het gebladerte stekende kale takjes is een typerend kenmerk voor de schilder en komen zowel voor op het werk dat hij in Amsterdamse als in zijn Makkumer periode maakte.
Zie voor een overzicht van de gemerkte en ongemerkte stukken onze Pinterest pagina over Adam Sijbel.
Literatuur
J.D. van Dam, ‘’Delfts’ uit de provincie. Aardewerk uit de Hollandse tegelfabrieken’, in: Vormen uit Vuur, nr. 168/169 (199/3-4), pp. 3-107
C. Lahaussois, Faïences de Delft, Sèvres (Musée National de Céramique) 1998
J. Pluis, S. ten Hoeve, P.J. Tichelaar, Fries aardewerk I. Kingma Makkum, Leiden 2000
Prijs op aanvraag