JVV 0472
Amsterdam, 1781 gedateerd
Tegelbakkerij d’Oude Prins
Merk: A.S. voor Adam Sijbel
De veelkleurige, ruitvormige plaque heeft een geprofileerde accoladevormige rand, aan vier zijden onderbroken door schelpen. In de bovenste schelp is een ophanggat aangebracht. De plaat is beschilderd met het Bijbelse verhaal van de gelijkenis van ‘De schat verborgen in de akker’ (Mattheüs 13:44) naar prent nummer 29 uit Pieter Schuts Bybelsche Historien uit 1659. Het bijbelopschrift ‘matth. 13 V 44’ staat vermeld op de dorpel van de deur. In de rand zijn gele voluten geschilderd, de schelpen zijn in geel uitgevoerd.
Afmetingen: hoogte 33 cm, breedte 34,7 cm
Herkomst: Heinz Reichert, Munich, in particulier familiebezit in Noordrijn-Westfalen sinds 1991.
Toelichting
De tegelbakkerijen in Amsterdam vervaardigden in de achttiende eeuw op beperkte schaal ook vormstukken zoals platen, dienbladen, onderzetters en speltegels. Daarnaast ook theebussen, tabakspotten, sleetjes, schoenen en dierplastieken zoals koeien en honden. Platen vormden echter de hoofdmoot van deze incidentele productie en zijn zowel stilistisch als productietechnisch goed te onderscheiden van de Delftse exemplaren. Stilistisch zijn ze meer verwant aan tegels, tegeltableaus en vormstukken uit Amsterdam dan aan Delfts aardewerk.
Er zijn ook belangrijke verschillen in productietechnieken: Delftse platen zijn in gipsen mallen gevormd en gebakken op pennen in kokers, de Amsterdamse platen zijn niet in kokers gebakken, maar staand op hun lange zijde op twee kleirolletjes tussen rijen tegels. De achterzijde van de platen leunde tegen de rijen tegels. Deze productiewijze laat twee beschadigingen achter dicht bij elkaar op een van de lange zijden, en een beschadiging op de achterkant van de plaat vlak bij de rand van de andere lange zijde. Penmoeten op Delftse platen laten drie, soms meer, streepvormige beschadigingen achter op de achterkant van de plaat. Deze penmoeten zitten ook aan de zijkant en staan ver uit elkaar. Ook worden bij Delftse platen soms op een keramische ring op een plaat in de koker geplaatst. Dit laat een ongeglazuurd en ringvormig spoor achter op de achterzijde, soms een geheel ongeglazuurde binnenzijde van de ring. De verschillen in productietechniek is een van de belangrijkste kenmerken waarmee Delfts van niet-Delfts wordt onderscheiden. De Amsterdamse kenmerken zijn goed op deze plaat te herkennen (zie foto’s).
Het gebruik van mallen stelde een Delftse plateelbakkerij in staat om meerdere exemplaren in een mal te maken, tot wel enkele tientallen of zelfs honderden stuks, afhankelijk van de levensduur van de mal. De Amsterdamse platen zijn echter alle met de hand vervaardigd en daarom is er sprake van incidentele productie.
Er zijn meerdere namen bekend van schilders die in de Amsterdamse tegelfabrieken hebben gewerkt. Sommige van hen signeerden of monogrammeerden hun werk. Adam Sijbel (1746-1803) was vanaf circa 1764 tot in 1784 werkzaam op de tegelbakkerij d’Oude Prins in de Anjeliersstraat. Hij verhuisde in 1784 naar Makkum om in de gleibakkerij van de familie Kingma te werken die in datzelfde jaar werd opgericht. Het contract met een duur van tien jaar, waarmee hij in de fabriek in Makkum was aangesteld, is bewaard gebleven (Pluis, p. 209, bijlage I).
Sijbel heeft meerdere stukken gesigneerd en gemonogrammeerd. Een stel koeien uit de verzameling van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis te Brussel is van de signatuur ‘A.Sybel’ en de datering ‘1778’ voorzien. Een jaar later, in 1779, beschilderde hij een tabakspot en signeerde deze met ‘Adam Sybel’. Behalve deze Bijbelse plaat zijn er nog drie andere voorwerpen bekend met een A.S. monogram: een speltegel uit 1764, een stel dienbladen uit 1769, en een ongedateerde muil.
De prenten van Pieter Schut zijn veelvuldig toegepast als decors op Nederlandse faience en in het bijzonder op tegels. Dit Bijbelse decor werd in Amsterdam ook op losse tegels geschilderd.
Literatuur
J.D. van Dam, ‘’Delfts’ uit de provincie. Aardewerk uit de Hollandse tegelfabrieken’, in: Vormen uit Vuur, nr. 168/169 (199/3-4), pp. 3-107
J. Pluis, Bijbeltegels. Bijbelse voorstellingen op Nederlandse wandtegels van de 17e tot de 20e eeuw / Bibelfliesen. Biblische Darstellungen auf niederländischen Wandfliesen vom 17. bis zum 20. Jahrhundert, Münster 1994
J. Pluis, S. ten Hoeve, P.J. Tichelaar, Fries aardewerk I. Kingma Makkum, Leiden 2000
Pieter Schut, Toneel ofte Vertooch der Bybelsche Historien, Cierlyck in’t koper gemaeckt door Pieter H. Schut, ende in druck uytgegeven door Nicolaes Visscher tot Amsteldam, Anno 1659, Amsterdam 1659 [facsimile uitgave Utrecht, z.j., met een toelichting van Victorine Bakker-Hefting]