JVV 0181
De Noordelijke Nederlanden, 1650-1680
De blauw-witte plooischotel heeft zevenentwintig dubbele plooien rondom een gewelfd plat. Daarop is in een dubbele cirkel een rustende herder geschilderd, zittend op enige rotsen. De herder heeft een lange staf en aan zijn voeten liggen twee schapen. De voorstelling is omkaderd door een smalle band van gestileerde ornamenten. De rand is voorzien van gestileerde, florale ornamenten.
Afmetingen: diameter 33,5 cm
Toelichting
Dit stuk maakt deel uit van een groep plooischotels met herders, landschappen, vruchten, bloemen en Chinese motieven, hoofdzakelijk in blauw uitgevoerd. Behalve een rand van bladertakken afgewisseld met bloemen komt een gestileerd bloemmotief als randmotief ook voor, zoals bij dit exemplaar. Dit randmotief heeft mogelijk een Portugese oorsprong. Op een in Blokker (Noord-Holland) opgegraven Portugese plooischotel is een vergelijkbaar randmotief aangetroffen dat echter veel natuurlijker is uitgewerkt (Ostkamp, p. 29, afb. 81). Het stuk wordt in het tweede kwart van de zeventiende eeuw gedateerd en is daarmee iets vroeger dan deze Nederlandse plooischotel. De op plooischotels afgebeelde landschappen met herders zijn eveneens op tegels geschilderd, reden om ze vaak aan tegelbakkerijen toe te schrijven met name die in Harlingen en Rotterdam. Maar ook een productieplaats als Haarlem, of zelfs Dordrecht, mogen we niet uitsluiten. Dat een substantieel deel van de plooischotels uit Delft afkomstig is, mogen we zeker aannemen.
Literatuur
J.D. van Dam, ‘Geleyersgoet en Hollants Porceleyn. Ontwikkelingen in de Nederlandse aardewerk-industrie 1560-1660’, in: M.N.V.V.C., 108 (1982-4), pp. 3-93
A.J. Gierveld, J. Pluis, P.J. Tichelaar, Fries aardewerk V. Harlingen. Bedrijfsgeschiedenis 1600-1933 & producten tot 1720, Leiden 2005
S. Ostkamp, ‘Hollants Porceyn en Straetwerck. De voorgeschiedenis van Delft als centrum van de Nederlandse productie van faience en het ontstaan van Delfts wit’, in: Vormen uit Vuur, 223-224 (2014-1), pp. 2-4
Prijs op aanvraag