JVV 0154
Delfts, 1713-1735
Merk: AR
Schilder: Adriaan van Rijsselbergh
Bord zonder standring, beschilderd met een veelkleurig, asymmetrisch Japans Imari-decor. Op een blauw fond zijn meerdere smalle vakken uitgespaard die zijn gevuld met bloem- en bladwerk. Deze worden overlapt door een waaiervormige cartouche met prunustakken en een vierpas met bloemen en een vogel op een tuinhek. Het blauwe fond is uitbundig versierd met chrysanten en bladeren. Deze laatste zijn of uitgespaard en in rood beschilderd of in goud op de blauwe ondergrond geschilderd. De rand is aan de onderkant beschilderd met zes bloemtakken in rood. Een bord zonder standring wordt een pannenkoek genoemd.
Afmetingen: diameter 22,5 cm
Herkomst: Mark & Marjorie Allen, Amhurst, New Hampshire
Vergelijkbare exemplaren
Een bord van dit type bevindt zich in de collecties van Het Gemeentemuseum Den Haag (Eliëns, p. 136, nr. 43). In de vierpas is een draak tussen planten en achter een hek afgebeeld. Drie andere borden van dit type met een bloemtak in de vierpas waren in 2015 bij Aronson (p. 71, nr. 39).
Toelichting
Adriaan of Ary van Rijsselbergh (1689?-1735) trad in 1713 samen met drie anderen als goudschilder in dienst bij weduwe Johanna Kocx - Van der Heul, eigenaresse van plateelbakkerij De Grieksche A (Eliëns, p. 69). Een goudschilder had was een specialist in het schilderen van petit feu-decors in de stijl van het Japanse Imari- en Kakiemonporselein. Er was een grote vraag naar deze uiterst populaire en kostbare porseleinsoorten die op grote schaal in Europa werden nagemaakt. In Nederland was De Grieksche A de voornaamste producent van Imari en Kakiemondecors. De plateelbakkerij excelleerde daarin, niet in de laatste plaats dankzij de inbreng van de ingehuurde goudschilders.
Het contract dat Van Rijsselbergh in 1713 met de weduwe had afgesloten, was geldig zo lang Johanna van der Heul eigenaresse van de Grieksche A bleef. In 1722 verkocht zij het bedrijf aan Jacob van der Kool. Of daarmee het contract ook is beëindigd of verlengd, is niet bekend. Wellicht heeft het succes van dit goudbeschilderd aardewerk Van Rijsselbergh ertoe aangezet om voor eigen rekening te schilderen of was het hem toegestaan deels voor eigen rekening te werken. Uit zijn boedelinventaris die in 1735 werd opgesteld, blijkt dat hij in zijn kelder, naast Delfts aardewerk, grote hoeveelheden van hetzelfde soort Aziatisch porselein in bezit had (Eliëns, pp. 133, 136). Het is zeer waarschijnlijk dat hij thuis een kleinvuur oven had waar hij door hem beschilderde stukken stookte.
Literatuur
R.D. Aronson, Dutch Delftware. Qui capit, capitur, Amsterdam 2015
P.L.W. Arts, Japanese porcelain. A collector’s guide to general aspects and decorative motifs, Lochem-Poperinge 1983
J. Ayers, O. Impey, J.V.G. Mallet, Porcelain for palaces. The fashion for Japan in Europe 1650-1750, Londen 1990
T.M. Eliëns (red.), Delfts aardewerk. Geschiedenis van een nationaal product, Zwolle/Den Haag 1999
H. Espir, European decoration on oriental porcelain 1700-1830, Londen 2005
W. Hoekstra-Klein, Geschiedenis van de Delftse plateelbakkerijen. Deel 9. “De Grieksche A” 1657-1818, Delft 2003
Prijs op aanvraag